Hans Vandecandelaere décrit les soixante années de trajectoire migratoire de quarante nationalités différentes. Il y a environ 170 nationalités présentes sur le territoire bruxellois mais leur trajectoire et leur répartition dépendent de plusieurs facteurs.
En effet, le moment où ces personnes sont arrivées à Bruxelles ainsi que les raisons qui les ont amenées chez nous vont déterminer leurs conditions de vie et leur avenir.
Pour comprendre ces soixante années de migrations, voici un petit bout d’histoire:
En 1946, un accord est signé avec l’Italie. Des milliers d’Italiens débarquent alors chaque semaine en Belgique après trois jours de trajet en train. En 1956, la catastrophe de Marcinelle, qui fit 260 morts, dont la moitié d’Italiens, va tout bouleverser. La Belgique refuse de remédier aux problèmes tels que les conditions de travail, de vie. Elle préfère alors signer des accords avec d’autres pays dont la Grèce en 56, le Maroc et la Turquie en 64, etc.
A l’époque, on voit apparaître le phénomène de la migration touristique. Les ouvriers, sans papiers, arrivent chez nous et seront régularisés par les employeurs. Le paysage industriel de Bruxelles représente alors 12% de l’industrie nationale jusqu’en 75.
La ville s’agrandit, les plus favorisés quittent leur lieu de résidence pour s’établir dans des zones plus riches. Les expatriés, migrants hautement qualifiés, désertent le centre pour s’installer au sud de Bruxelles. Les immeubles bruxellois se vident, le prix des loyers chute, ce qui attire plus de migrants défavorisés. C’est un cercle vicieux. Apparaît sur la carte « le croissant pauvre » de Bruxelles. Zone s’étendant de l’ouest au nord de la ville.
En moins de 20 ans, le taux de migrants quadrupla, ce qui fut un défi pour la ville. Les années 80 marquent la naissance des premiers discours politiques racistes, même chez les socialistes, dont le bourgmestre schaerbeekois Nols, qui ira jusqu’à porter une djellaba et se rendre en chameau à la commune! Les seuls étrangers bien accueillis et même rappelés furent les Congolais, rappelés pour étudier. Ensuite, l’immigration se diversifia avec par exemple les premiers réfugiés politiques venus d’ex pays communistes, ou encore, les premiers restaurants chinois.
En 1989 déjà, les premiers discours sur le voile apparaissent. Selon l’auteur, l’islam est déjà stigmatisée.
Aujourd’hui, il reste quatre portes légales pour les migrants. La plus importante reste celle des études. Viennent ensuite le regroupement familial, les migrations professionnelles légales dont plus de 90% des personnes concernées sont hautement qualifiées, et enfin, l’asile. Cependant, particulièrement depuis les années 90, la migration clandestine est très importante. On compte environ 100 000 clandestins à Bruxelles. Selon l’auteur, les industries ont besoin de travail au noir pour survivre, donc de clandestins.
On peut observer un effet positif pour les populations naturalisées; de plus en plus sont des élus politiques. Les expatriés ne s’impliquent par contre pas du tout politiquement.
Parmi les étrangers présents sur le sol bruxellois, les plus nombreux sont les Français. Quant aux populations naturalisées, les plus nombreux sont d’abord les Marocains, viennent ensuite les Français, les Italiens, les Turcs et les Espagnols.
Des sous-univers, des sous-cultures se forment également. Cela dépendra de l’origine, du lieu de résidence, de la religion.
Un certain transnationalisme politique est présent également. Il n’est pas rare de voir des manifestants Syriens ou Congolais.
Mais le paysage très diversifié de Bruxelles donne naissance à de formidables projets et brassages ethniques, dont la Zinneke Parade, citée par l’auteur; résultat artistique de soixante années d’immigration.Op 13 oktober organiseerde Golden Rose in samenwerking met Beltud een vriendschapsbrunch. Het werd een speciale editie rond het thema migratie met een lezing van Hans Vandecandelaere uit zijn boek “Brussel, een reis door de wereld”.
Hans Vandecandelaere vertelt het 60-jarige traject van de migratie in Brussel. Het gaat om 40 verschillende nationaliteiten. Er zijn ongeveer 170 nationaliteiten vertegenwoordigd op het grondgebied van Brussel maar hun migratietraject en verdeling zijn afhankelijk van meerder factoren. De periode waarin de personen zich hier vestigen alsook de aanleiding voor hun vestiging bepalen in grote mate hun levensomstandigheden en hun toekomst.
Om 60 jaar migratie te begrijpen, moet men de geschiedenis onder de loep nemen: in 1946 werd er een akkoord getekend met Italië. Elke week kwamen duizenden Italianen na een treinrit van 3 dagen aan in België. In 1956 vond de ramp van Marcinelle plaats die aan 260 mensen het leven kostte waarvan de helft Italianen. Dit veranderde de zaken grondig. België weigerde om een oplossing te zoeken voor de problemen inzake de werk- en leefomstandigheden en verkoos akkoorden af te sluiten met andere landen waaronder Griekenland in ’56 en Marokko en Turkije in 1964.
Rond deze periode kwam ook het fenomeen van toeristische migratie op. De arbeiders, kwamen illegaal aan in België en werden geregulariseerd door hun werkgevers. De industrie in Brussel vertegenwoordigde 12% van de nationale industrie tot en met ‘75.
De stad groeide, de welgestelde migranten verlieten hun woonplaats om zich in de rijkere zones te vestigen. De hoog opgeleide migranten, verlieten het centrum om zich in het Zuiden van Brussel te vestigen. De woningen in Brussel stonden leeg en de huurprijzen daalden, wat minder welgestelde migranten aantrok: een vicieuze cirkel was geboren.
In minder dan 20 jaar, verviervoudigde het percentage migranten: een uitdaging werd voor de stad. In de jaren ’80 verschenen de eerste racistische politieke discours, zelfs bij de socialisten waaronder ook Schaarbeeks burgemeester Nols die zo ver ging dat hij in djellaba op een kameel de gemeente binnenging. De enige buitenlanders die goed werden ontvangen waren de Congolezen, opgeroepen om in België te studeren. In de jaren nadien diversifieerde de migrantengemeenschap verder met de eerste politieke vluchtelingen uit de communistische landen en zo verschenen de eerste Chinese restaurants in de stad.
Reeds in 1989 werd het eerste debat gevoerd over de hoofddoek. Het begin van de stigmatisering van de Islam volgens Vandecandelaere.
Vandaag zijn er nog 4 legale manieren voor migratie. De belangrijkste zijn de studies, daarna komt gezinshereniging, beroepsmigratie waarvan meer dan 90% hoogopgeleid is en ten slotte de vierde mogelijkheid asiel. Toch is sinds de jaren ’90 de clandestiene migratie enorm belangrijk. We tellen vandaag ongeveer 100 000 illegalen in Brussel. Dit wordt in de hand gewerkt door de industrie die nood heeft aan zwartwerkers.
We merken een positief effect voor de genaturaliseerde bevolking : meer en meer worden zij verkozen. De buitenlanders die zich om professionele redenen in België vestigden mengen zich daarentegen niet in het politieke leven.
De Fransen vormen de grootste groep migranten op Brussels grondgebied. Als het gaat om de genaturaliseerde bevolking staat de Marokkaanse gemeenschap op één, gevolgd door de Fransen, Italianen, Turken en Spanjaarden.
Subculturen ontstaan en worden gevormd afhankelijk van de afkomst, woonplaats en geloofsovertuiging.
Een zeker transnationalisme op politiek vlak is aanwezig: we zien in Brussel regelmatig Syrische of Congolese manifestanten.
Maar het zeer diverse landschap in Brussel geeft ook aanleiding tot fantastische multiculturele projecten zoals de Zinneke Parade, het artistieke resultaat van 60 jaar migratie aldus Vandecandeleare.
